Beenstanden
Afwijkende beenstanden: een veel voorkomend probleem bij paarden zijn afwijkende beenstanden. Veel paarden hebben altijd wel een kleine afwijking in de benen. De goede beenstand begint bij het schouder, vanaf hier moet het 90 graden zijn langs de knie naar de hoef. Om goed te meten of de benen recht naast elkaar staan moet er ongeveer een hoef tussen de beide hoeven kunnen. Bij de achterbenen is de correcte houding van het been te meten doordat er een rechte lijn getrokken moet worden vanaf de heupknobbel naar het midden van de hoef.
Voorbenen
Bij de voorbenen heb je verschillende standen: de nauwe stand, dit si wanneer het paard de benen te dicht naast elkaar heeft en er dus geen hoef meer tussen past. Bij een brede stand staan de benen dan juist te ver uit elkaar en passen er teveel hoeven tussen. Als de benen al te ver van elkaar staan vanuit het schouder dan word dit een bodemnauwe stand genoemd. Wanneer de knieën te dicht op elkaar staan, heet dit X-benig en juist te ver van mekaar afstaat, O-benig. Bij te ver naar voren noem je het gestrekte stand en als de benen te ver naar achter staan dan noem je dat een onderstandige stand. En dan als laatst de bolle en holle ronding in de knieën, zoals al genoemd staan ze bij de ene stand te bol en bij de ander te hol.
Achterbenen
Als de hoek van de heupknobbel naar de hoef 145 graden is spreek je van een steile stand, staan de benen achter de rechte lijn dan is het een gestrekte stand en wanneer ze voor de lijn staan een onderstandige stand. Is de hoek van de heupbeenknobbel naar de hoef minder dan 145 graden is, spreekt men over een zadelbenige stand. De bodemnauwe en bodemwijde stand zijn gelijk als bij de voorbenen. De O en X benen zijn er echter niet wel heb je de koe hakkige stand of de O benige stand.
Maak jouw eigen website met JouwWeb